terug naar Geschiedenis
Kongo
In 1909 werd de Belgische regering geconfronteerd met het probleem van de talrijke Engelse en
Amerikaanse, protestantse missionarissen. Die drongen langzaam
Kongo binnen en voerden een anti-Belgische
propaganda. Men vroeg zich af wat er van Belgisch Kongo zou worden, zodra de spoorweg vanuit
Kaapstad af was. In bepaalde regeringskringen groeide zo het idee om een abdij op te richten in Katanga.
De eerste groep monniken vertrok in 1910, maar stelde bij aankomst vast dat het voorbarig was om
meteen een abdij op te richten. Eerst moest er met de evangelisatie worden begonnen. Er werden
missieposten en scholen gesticht, dispensaria opgericht en kerken gebouwd. Stap voor stap zou een
volledig bisdom tot stand komen, dat nu verder leeft als een Afrikaanse kerkgemeenschap. In 1922 kwamen
ook de eerste zusters benedictinessen van de priorij van Bethanië de monniken vervoegen en zich
volop inzetten voor de Katanga-missie. Pas in 1930 werd dan begonnen met een monastieke stichting.
Alle benedictijner missionarissen zijn inmiddels naar Europa teruggekeerd. De benedictijnse aanwezigheid
in het bisdom Lubumbashi bestaat nu uit Afrikaanse benedictijnen en benedictinessen.
terug naar Geschiedenis